Bij kersentaart denk ik aan de jaren ‘90. Aan verjaardagen waarop mijn moeder zo’n goddelijke monchoutaart maakte met bastognebodem, veel room en daarop van die zoete kersen in een gelei-achtige substantie. Overheerlijk! Vandaag maakte ik mijn eigen versie van deze kersenklassieker en Otje zorgde voor de bijbehorende illustratie. Een stukje teamwork zo, zou ik zeggen! 🍒
Voor de bodem: verwarm de heteluchtoven voor op 180 graden. Bekleed een springvorm van 24 centimeter met bakpapier en vet de springvorm in. Neem 260 gram havermout- of crunchykoekjes en vermaal deze fijn in de keukenmachine. Als je geen keukenmachine hebt, dan werkt een kom met een krachtige staafmixer ook. Gooi dan wel even een theedoek over de kom anders vliegen de koekkruimels door de keuken. Giet nu 100 gram gesmolten boter bij de koekkruimels en vermeng dit goed. Stort dit mengsel nu in de springvorm en vorm een taartbodem. Zet de bodem 15 minuten in de oven en laat de bodem daarna helemaal afkoelen.
Voor de topping: mix 250 gram verse roomkaas met 3 eetlepels poedersuiker, de fijne rasp van 1/4 citroen en een theelepel vanille-extract. Giet al mixend beetje bij beetje 200 ml slagroom bij dit mengsel. Stort dit op de afgekoelde taartbodem en laat dit in ieder geval 2 uur opstijven in de ijskast. Versier de taart vervolgens met de verse kersen, gehalveerd en zonder pit. Serveer hem als toetje of bij de thee. Bon appetit!
Comentarios